zelf reflecterend ©

 

home

WIE IS RANDELL

GEEST-RIJK

KUNST

GRAANCIRKELS

POËZIE

 ETHIEK

Verantwoording/inleiding
Onderscheid/ordening
      Vivekanandi versus Bailey
De tien geboden (vier versies)
Methode “toetsing aan het onderbewustzijn”

Toewijding aan de Al-geest
Geestelijk lezen
Innerlijke en uiterlijke reiniging
Vurige aspiratie I
Deugdzaamheid
Tevredenheid
Waarachtigheid
Niet stelen
Zelfbeheersing
Ruimhartigheid

Extra aanvullingen

 contact

 

ETHIEK

onderscheid tussen geboden en regels

 

afb: zedelijkheid
zedelijkheid

 

Opvallend acht ik de vijf plus vijf ordening als zou ze ooit in het leven zijn geroepen bij wijze van geheugenkapstok waarbij men eenvoudig de vijf vingers aan elke hand vermag te raadplegen. Iets dergelijks zal zeker het geval zijn geweest wanneer men bedenkt dat de vijf regels als basis van het karakter worden beschouwd.

De regels worden wel als volgt benoemd;
• Innerlijke en uiterlijke reiniging
• Tevredenheid
• Vurige aspiratie
• Geestelijk lezen
• Toewijding aan Ishvara

Over de vijf geboden wordt gezegd dat het eerste gebod een samenvatting betreft van de volgende vier. De geboden luiden als volgt;
• Geen kwaad bedrijven
• Waarachtigheid
• Niet stelen
• Zelfbeheersing
• Vrij zijn van gierigheid

Indien het eerste gebod de vier overige samenvat ligt het in de verwachting dat dit principe tevens voor de regels geldt. Helaas ben ik tot hier aan toe verre van zeker over de respectieve volgorde van zowel de regels als de geboden met uitzondering van het eerste gebod “geen kwaad bedrijven”. Het is de bedoeling gaandeweg het onderzoek hierover meer uitsluitsel te kunnen geven en tevens tot meer heldere formuleringen te komen.

Wanneer het zo is dat de vijf regels als stam van het karakter worden opgevat dan wil ik deze vijf regels aan de linkerhand toewijzen die tenslotte anatomisch dichterbij het hart gelegen is dan de rechterhand die doorgaans de meer bewuste of verstandelijke principes vertegenwoordigen. De regels onderscheiden zich ook van de geboden doordat de eerste aktieve principes, dus daden behelzen terwijl de geboden vooral gaan over het passieve, er hoeft niks speciaals gedaan te worden zolang men maar bepaalde dingen niet doet.
In de lijn van de overeenkomst der handen komt de gedachte aan een zekere weerspiegeling van de regels in de geboden naar voren.

De volgende regels weerspiegeld in geboden betreffen een eerste voorzichtige poging;
• Toewijding aan Ishvara - Geen kwaad bedrijven
• Geestelijk lezen - Waarachtigheid
• Innerlijke en uiterlijke reiniging - Niet stelen
• Vurige aspiratie - Zelfbeheersing
• Tevredenheid - Vrij zijn van gierigheid

In toewijding aan Ishvara kan ik vrij gemakkelijk de andere vier regels onderbrengen.
“Toewijding aan Ishvara” behoort aldus aan de linkerduim toe zoals “geen kwaad bedrijven” de rechterduim vertegenwoordigt.

De geboden (yama) gaan over het nalaten van negatieve zaken. Over onthouding dus. In de volgende versie van de vijf geboden komt dit heel duidelijk naar voren:
• Geen kwaad bedrijven/niet doden, niet verwonden, niet schaden
• Niet bedriegen
• Niet stelen
• Onthouding/niet doden/niet verkwisten
• Niet ontvangen/niet afgunstig zijn

Aldus bezien kan “onthouding” (in de zin van zelfbeheersing) beschouwd worden als samenvatting van de overige vier, hetgeen in feite van “geen kwaad bedrijven” gezegd wordt (zie verderop). In de verschillende toevoegingen en commentaren worden verschillende associaties, standpunten en invalshoeken gebruikt die elkaar gemakkelijk overlappen. De geboden staan vooral in betrekking tot de omgeving, tot de buitenwereld van de leerling.

De regels (niyama) behelzen voorschriften. Ze gaan niet zozeer over het nalaten van negatieve tendenzen als wel over de gerichtheid op bevorderende toestanden en vereisen min of meer bewuste aktie. De volgende versie verduidelijkt dit:
• Innerlijke en uiterlijke reiniging
• Tevredenheid
• Vurige aspiratie
• Studie/Geestelijk lezen
• Toewijding aan de Algeest/aanbidding van God/overgave/devotie

De regels hebben voor de leerling een introvert of meer naar binnen gericht karakter.

 

 

de 5+5 volgens Swami Vivekananda Raja-Yoga; Swami Vivekananda (N. Kluwer-Deventer/1962/tweede druk)

Geboden;
• Niet doden (over naastenliefde)
• Waarheidsliefde (over zegenen en genezen)
• Niet stelen (natuur als slaaf)
• Onthouding/kuisheid (geeft energie)
• Niet ontvangen (geeft herinnering aan vorige levens)
Regels;
• Innerlijke en uiterlijke reiniging (opgewektheid, ongehechtheid aan het lichaam)
• Tevredenheid (geeft overgroot geluk)
• Ontzegging/verzaking (geeft versterkte vermogens)
• Studie (over mantra’s)
• Aanbidding van God (geeft samadhi/over overgave)

 

de 5+5 volgens Alice A Bailey
Het licht van de ziel (de Yoga Sutra’s van Patanjali); Alice A Bailey (Mirananda/1979/tweede druk)

Geboden;
• Onschadelijkheid
• Waarheid tegenover alle wezens
• Onthouding van diefstal
• Onthouding van onbeheerstheid
• Onthouding van gierigheid
Regels;
• Innerlijke en uiterlijke reiniging
• Tevredenheid
• Vurige aspiratie
• Geestelijk lezen
• Toewijding aan Ishvara